Kan de Federal Reserve werkelijk de ongelijkheid tegengaan?

Afgelopen augustus kondigde J. Powell op het Jackson Hole symposium aan dat de Federal Reserve voortaan een aangepast strategisch monetair beleid zou voeren. Haar inflatiedoelstelling blijft onveranderd op 2%, maar de bedoeling is voortaan om een gemiddelde inflatie van deze orde van grootte te bekomen. Na een periode met lage inflatie zal de centrale bank de prijzen dus iets boven de doelstelling laten uitkomen. Tegelijkertijd heeft de Federal Reserve eveneens haar doelstelling van volledige tewerkstelling opnieuw tegen het licht gehouden. Zij wil de groei voortaan aanzwengelen tot een niveau waarbij niet alleen zoveel mogelijk Amerikanen een baan hebben, maar waardoor iedereen er ook economisch op vooruitgaat. Op die manier wil zij de groei 'inclusiever' maken, en ervoor zorgen dat zoveel mogelijk gemeenschappen hiervan kunnen profiteren. Om deze nieuwe strategie te illustreren, haalde J. Powell de tien jaar aan die voorafgingen aan de huidige crisis. Door de economie onder druk te houden, heeft het monetair beleid ervoor gezorgd dat de werkloosheidsgraad bij Zwarten en Hispanics historisch lage niveaus heeft bereikt (grafiek 1)... waardoor de verschillen in de tewerkstellingsgraad tussen de verschillende gemeenschappen aanzienlijk zijn afgenomen.

Chart: Unemployment rate by race (%1973-2019)

Het feit dat de Federal Reserve haar doelstelling van volledige tewerkstelling opnieuw heeft gedefinieerd, heeft verreikende gevolgen: de rentevoeten zullen over de volledige curve nog geruime tijd laag blijven. Lage rentevoeten zijn immers het enige pressiemiddel waarover de Fed beschikt om de privésector en de overheden ertoe aan te zetten om meer te spenderen, en zo de activiteit aan te zwengelen. Deze nieuwe strategie kan er echter wel voor zorgen dat een andere opdracht van de centrale bank in het gedrang komt: het vrijwaren van de financiële stabiliteit. Want hoewel lage rentevoeten de economische spelers ertoe kunnen aanzetten om meer uit te geven, gaan ze hen op de eerste plaats aanzetten om meer schulden te maken. De komende jaren zal de schuldgraad in de Verenigde Staten dus de hoogte ingaan. Maar niet enkel in dat land, want het zijn niet alleen de Amerikaanse economische spelers die schulden aangaan in dollar. Het risico dat een nieuwe schuldengolf leidt tot een crisis of minstens een periode van financiële instabiliteit is dus zeker niet verwaarloosbaar.

Chart: Median real incomes by race (1950-2019)

De afgelopen jaren hebben we vooral ook kunnen vaststellen dat de centrale bank niet het best geplaatst is om de ongelijkheid werkelijk terug te dringen. Om die doelstelling te realiseren, moet er een doelgericht beleid komen dat inzet op onderwijs en herverdeling. En hoewel de Federal Reserve er bij momenten in geslaagd is om de lonen van Zwarten of Hispanics sneller te laten stijgen door de economie zo lang mogelijk op volledige tewerkstelling te laten draaien, is ze er nooit in geslaagd om recessies te voorkomen - en daarmee samenhangend een daling van de levensstandaard van de meest kwetsbaren. Enkel het Great Society plan van president Johnson en de ‘War on Poverty’ van begin jaren 1960 konden ervoor zorgen dat de inkomstenverschillen tussen Zwarten en Blanken duurzaam afnamen (grafiek 2). Dat neemt niet weg dat het mediaaninkomen van Zwarten nog steeds 30% lager is dan dat van Blanken... net zoals begin jaren 1970!

Snel zoeken

Krijg sneller informatie met één enkele klik

Ontvang inzichten rechtstreeks in uw inbox