Interview met het Engagement Team - Vertegenwoordiging werknemersraad

In ons 2022 Engagement-rapport hebben we een casestudy opgenomen waarin we beschrijven hoe we een actuele campagne beginnen. In dit voorbeeld vroegen we: "Moeten aandeelhouders werknemersvertegenwoordiging aanmoedigen in de raden van bestuur van de bedrijven die ze bezitten?"

 

Cemre, waarom een campagne voor werknemersvertegenwoordiging in de Raad van Bestuur?

Bedrijven krijgen steeds meer te maken met problemen op het gebied van menselijk kapitaal. Om vele redenen, waaronder het financiële succes van het bedrijf op de lange termijn, wordt het steeds belangrijker dat de belangen en standpunten van werknemers worden opgenomen in bedrijfsstrategieën. We lanceerden deze campagne in 2022 om meer te weten te komen over werknemersvertegenwoordiging in raden van bestuur en om het belang ervan voor bedrijven aan te tonen. Uiteindelijk hopen we dit standpunt te weerspiegelen in onze toekomstige stemrichtlijnen.

Net als veel beleggers geloven wij dat corporate governance met een zinvolle inbreng van werknemers bijdraagt aan eerlijke lonen, investeringen in human capital management en gelijke beloning. Onderzoek suggereert ook dat onder andere de input van werknemers de kapitaalvorming verbetert, de arbeidsproductiviteit verhoogt, het verloop vermindert en meer welvaart genereert.

 

Hoe zijn de emittenten geselecteerd?

De doelemittenten werden geselecteerd op basis van het aantal vertegenwoordigers in de Raad van Bestuur, de  maximale  ambtstermijn  en  de  genderdiversiteit

onder de werknemersvertegenwoordigers. We wilden weten welke elementen in overweging worden genomen tijdens het benoemingsproces, in welke mate de werknemersvertegenwoordigers die zitting hebben in het bestuur momenteel de demografie van de werknemers weerspiegelen en de communicatiekanalen tussen werknemers-bestuurders, niet-werknemers-bestuurders en het personeel.

We hebben ook contact opgenomen met negen vakbonden in de landen waar de geselecteerde uitgevende instellingen zijn gevestigd en met het Europees Verbond van Vakverenigingen. Ons doel is om de verschillende benaderingen - en standpunten - van de kant van de vakbonden te begrijpen en om te onderzoeken of harmonisatie op dit gebied een idee zou kunnen zijn voor de Europese Unie. Helaas, en nogal verrassend, hebben we geen reacties ontvangen van de vakbonden.

 

Wat heb je ontdekt?

Tot nu toe zijn we drie thema's tegengekomen...

  • Er is geen harmonisatie van de regels die de werkne- mersvertegenwoordiging regelen. Sommige landen met een langere geschiedenis van vakbonden zijn meer ver- trouwd met werknemersvertegenwoordiging in de Raad van Zelfs de beste van de bestaande regels weer- spiegelen niet de snelle globalisering en de diversiteit aan arbeidskrachten die we vandaag de dag zien.

    Waar dit is geregeld, is werknemersvertegen- woordiging in de Raad van Bestuur voornamelijk vereist vanuit het land waar het bedrijf is opgericht, waardoor de informatie die door werknemers over de hele wereld kan worden verstrekt, wordt beperkt.

  • Er is meer transparante informatie nodig over de communicatiekanalen die worden gebruikt tussen de werknemersvertegenwoordigers en het perso- neelsbestand, vooral voor werknemers die buiten de hoofdvestiging van het bedrijf zijn gevestigd. Aan- gezien werknemersvertegenwoordigers in de Raad van Bestuur voornamelijk zijn, aangesteld door vak- bonden en werknemers in het land van oprichting, rijst de vraag hoe, en of, kwesties van werknemers uit andere regio's worden weerspiegeld in de discus- sies van de Raad van Bestuur.
  • Aangezien de lokale wetgeving de engagement van bedrijven bij werknemersvertegenwoordi- gingsverkiezingen verbiedt, zwijgen bedrijven over het onderwerp. Dit zou geïnterpreteerd kun- nen worden als een onbehulpzame houding van het bedrijf bij het bevorderen van deelname aan deze verkiezingen. Of misschien zijn sommige directies gewoon bang dat elke publieke communicatie van hen verkeerd geïnterpreteerd kan worden als in-
  • Behalve waar genderdiversiteit wettelijk ver- plicht is, ligt het percentage vrouwelijke werk- nemersvertegenwoordigers meestal onder onze voorkeursrichtlijnen (33% diversiteit voor Europe- se bedrijven). Over het algemeen onderschat deze vertegenwoordiging de genderdiversiteit van het totale personeelsbestand van het bedrijf.

 

Welke nieuwe vragen zijn er gerezen?

Wat is de ambtstermijn van werknemersvertegen- woordigers en heeft dit invloed op de objectieve mogelijkheid om vragen te stellen tijdens vergade- ringen van de Raad van Bestuur? Zonder een con- sistente aanpak zijn er natuurlijk geen roulatieregels voor de onafhankelijkheid van de werknemersverte- genwoordigers. We beschouwen gewone bestuurs- leden niet langer als onafhankelijk na 12 jaar. Op welk moment moeten werknemersvertegenwoordi- gers die zitting hebben in de Raad van Bestuur wor- den beschouwd als gelieerd aan het management en/of de aandeelhouders?

De antwoorden van zowel de bedrijven als de werk- nemersvertegenwoordigers kunnen onderverdeeld worden in twee benaderingen. Eén groep is van mening dat een lange ambtstermijn vertegen- woordigers van de Raad van Bestuur voldoende vertrouwen geeft om hun mening te geven tijdens discussies in de Raad van Bestuur. De andere groep deelt onze zorg dat er een algemene roulatieregel moet worden ingevoerd door de regelgevers.

Het meest voorkomende antwoord van het ma- nagement op de vraag naar de toegevoegde waar- de was dat werknemersvertegenwoordigers wel de- gelijk perspectief inbrengen in de discussies. Als de discussie bijvoorbeeld te hoog gegrepen is, kunnen werknemersvertegenwoordigers met praktijkken- nis het onderwerp gronden en de leden voorzien van technische achtergrond en haalbaarheid. En in commissiewerk kan het werknemersperspectief van grote waarde zijn voor gesprekken over de beloning van bestuurders, benoemingen en duurzaamheid.

 

Wat zijn de volgende stappen?

Tijdens de eerste fase van de engagement realiseerden we ons dat sommige veranderingen alleen kunnen worden bereikt door nationale en zelfs lokale regelgeving en samenwerking met regionale vakbonden. Gezien het gebrek aan respons van de nationale vakbonden waarmee we contact hebben opgenomen, is een meer lokale aanpak nodig om de juiste contactpersonen uit te nodigen voor de discussies.

In onze volgende fase gaan we in gesprek met regelgevende instanties en vakbonden om te begrijpen of Europese harmonisatie mogelijk is en welke aanpak we daarbij zouden kunnen hanteren om de voordelen van werknemersvertegenwoordiging in de Raad van Bestuur te maximaliseren.

 

 

  • Cemre Aksu
    ESG Analyst, Governance Specialist Voting and Engagement

Snel zoeken

Krijg sneller informatie met één enkele klik

Ontvang inzichten rechtstreeks in uw inbox