

Het ontluiken van de circulaire economie markeert niet alleen een nieuwe fase in de implementering van beleidslijnen voor duurzame ontwikkeling.
De circulaire economie zorgt ook voor een totale paradigmashift. Tot dusver hadden beleidsregels voor duurzame ontwikkeling de ambitie om de ecologische en maatschappelijke impact van productieprocessen te beperken. Ze stelden het verloop van die productie niet in vraag, die van nature lineair is: er worden grondstoffen gewonnen, omgevormd, verbruikt en tot slot vernietigd.
Sinds enkele jaren wordt dat schema resoluut in vraag gesteld. Het gaat er immers van uit, wil het houdbaar zijn, dat grondstoffen oneindig zijn … Maar vandaag is het glashelder dat grondstoffen steeds schaarser worden. Zelfs de grondstoffen die als oneindig werden beschouwd, bijvoorbeeld water, zijn kwetsbaar en worden bedreigd.
De circulaire economie is meer pragmatisch van opzet. Ze vertrekt van de eenvoudige vaststelling dat het lineaire productieproces aan het einde van de keten schaarse en kostbare bouwstoffen afdankt: 57% van het afval in de Europese Unie wordt gedumpt of verbrand. Om de kwestie van de uitputting van de natuurlijke hulpbronnen op te lossen, moeten grondstoffen, die momenteel massaal worden vernietigd, dus opnieuw in het productieproces worden geïnjecteerd. Daartoe moet zoveel mogelijk worden gefabriceerd op basis van afval, moet de gebruiksduur van producten worden uitgebreid en moet de ontmanteling van goederen worden vergemakkelijkt met het oog op hun recyclage.
Deze visie komt op een uiterst concrete wijze tot uitdrukking in de productieketen. Ze beveelt met name aan om onderhouds- en hersteldiensten uit te breiden zodat er minder goederen moeten worden vernieuwd waarvan de levensduur kan worden verlengd. Ze stelt voor om de tweedehands markt uit te bouwen zodat afgedankte goederen die nog goed functioneren, een tweede leven kunnen leiden. Ze wil bij fabrikanten de praktijk van reconditionering bevorderen zodat verouderde producten opnieuw in de handel worden gebracht. Tot slot legt de circulaire economie de nadruk op de mogelijkheid om bestanddelen van producten te recycleren.
Door deze voorzieningen voor recuperatie, verlenging of herfabricage te systematiseren, komt men tot een mechanische vermindering van de initiële behoefte om grondstoffen te ontginnen. Als gevolg daarvan wordt ook het aanzienlijke energieverbruik dat daarmee samenhangt, beperkt. Het biedt ook de kans om op lokaal niveau recyclagelussen te creëren en zelfs nieuwe diensten in het leven te roepen en werkgelegenheid te scheppen, specifiek voor de circulaire economie. Deze jobs kunnen geavanceerde competenties vereisen (ingenieurs, elektronicaspecialisten, informatici) naast gespecialiseerde arbeidskrachten en minder gekwalificeerde professionals. Sommige prognoses gewagen van een potentieel van 2 miljoen jobs in Europa tegen 2035.
De evoluties die dit met zich meebrengt voor de bedrijven, mogen echter niet worden onderschat. Bedrijven moeten een gedeelte van hun productieproces herzien, bijvoorbeeld door vanaf de assemblage rekening te houden met technieken voor reconditionering of recuperatie van componenten (eco-conceptie). Ze moeten ook een omgeving uitbouwen die bevorderlijk is voor de circulaire economie: wanneer het afval van het ene bedrijf de grondstof van het andere kan worden, moet men anticiperen op logistieke en economische trajecten die de uitwisseling van bouwmaterialen vergemakkelijken.

